De Programmavergelijker voor chronisch zieken en mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking

Met deze Programmavergelijker kunt u de verkiezingsprogramma's van 10 politieke partijen met elkaar vergelijken op punten die voor mensen met een beperking belangrijk zijn.

Kies 1 of meerdere politieke partijen

De volgende partijen CDA
VVD
PvdA
D66
Groenlinks
SP
CU
SGP
PVV
PvdD

Kies 1 of meerdere onderwerpen

Algemeen Ratificatie (bekrachtiging) VN-Verdrag / gelijke rechten voor mensen met beperkingen
Integrale aanpak / compensatiebeginsel
Eigen Regie / Persoonsgebonden budgt (pgb)
Stapeling/Cumulatie Eigen bijdrage/ Eigen risico
Verbeteren (rechts)positie / medezeggenschap patiënten-verenigingen
Zorg Algemeen
Ziektekosten /financiering Zorgverzekering
AWBZ en WMO – langdurige zorg
Dwang
Arbeid en Inkomen Compensatiebeginsel
Werk en inkomen
Wet werken naar vermogen (Wwnv)
Onderwijs Positie Ouders
Keuzevrijheid en instemmingsrecht
Passend onderwijs
Vervoer / Toegankelijkheid Toegankelijk openbaar vervoer
Eigen vervoer
Bouwbesluit en omgevingswet
Wonen
Informatie



 
Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma
Algemeen
Ratificatie (bekrachtiging) VN-Verdrag / gelijke rechten voor mensen met beperkingen  Ratificatie van het VN-Verdrag voor de rechten van mensen met beperkingen.  nnb  Vóór 2014 ratificatie van het VN-Verdrag voor de rechten van mensen met beperkingen.  Ratificatie van het VN-Verdrag voor de rechten van mensen met beperkingen.  Nederland hoort voorloper te zijn op het gebied van gelijke rechten. Het VN-verdrag voor rechten van mensen met beperkingen wordt daarom zo snel mogelijk geratificeerd. Aanpassing van artikel 1 van de Grondwet over gelijke behandeling: ook discriminatie op grond van leeftijd, handicap, en homo- en heteroseksuele gerichtheid is niet toegestaan.   Met spoed ratificatie van het VN-Verdrag voor de rechten van mensen met beperkingen.  Zo snel mogelijke ratificatie van het VN –Verdrag voor de rechten van mensen met beperkingen. Het recht op gelijke behandeling uit de Grondwet wordt uitgebreid: aanpassing artikel 1 zodat ook discriminatie op basis van handicap of geaardheid wordt tegengegaan.   nnb  nnb  nnb 
Integrale aanpak / compensatiebeginsel  Een inclusieve samenleving: een samenleving waarin iedereen –ongeacht leeftijd en met en zonder beperkingen - gewoon kan meedoen. Gemeenten krijgen de vrijheid en middelen om regelingen op het terrein van werk, ondersteuning, vervoer, vrijwilligerswerk e.d. op samenhangende wijze in te zetten om participatie te bevorderen en zich daarbij te concentreren op regievoering. Zorgverzekeraars voeren de AWBZ uit voor hun eigen verzekerden. Dit zal integrale en vraaggestuurde zorg dicht bij huis bevorderen. Samenwerking met gemeenten is essentieel. Voor goede en integrale zorg is elektronische informatie-uitwisseling tussen zorgverleners noodzakelijk. Patiënten bepalen welke informatie mag worden uitgewisseld (opt-in). Ook mensen die geestelijke gezondheidszorg nodig hebben stimuleren dat zij zolang mogelijk thuis kunnen blijven wonen en participeren in de maatschappij. De gemeente ondersteunt vanuit de Wmo als dit nodig is om zelfstandig te participeren.   Het compensatie-beginsel in de WMO gaat uit van wat mensen wél kunnen in plaats van wat ze niet kunnen. Dit is een cruciaal uitgangspunt. Immers, je hébt misschien een beperking, je bént niet je beperking. Gelijkwaardigheid van ziek en gezond, jong en oud behoren tot de kern van het liberalisme.  Ontschotting (samenvoeging) van budgetten voor maatschappelijke participatie - variërend van zorg tot arbeid. Gemeenten ontvangen een totaalbudget dat zij alleen mogen gebruiken voor participatie van de burgers. Zij zijn verplicht om compensatieplicht na te komen. Voor zorg-op-maat rond de woonplek, betrekken gemeenten ook zorgaanbieders bij het maken van prestatieafspraken met woningcorporaties (in het kader van Woonvisie). Integrale ondersteuning van mensen waarbij zij vanuit hun eigen kracht werken aan competenties, opbouw sociaal netwerk etc. Wijkcentra en initiatieven (zoals Eigen Kracht conferenties) die zo werken krijgen krachtige steun.   Eenvoudige indicatiestelling: de AWBZ-polis geeft aan wanneer iemand recht heeft op AWBZ-zorg. Het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) is overbodig.   Eén onafhankelijke indicatiestelling voor zorg, onderwijs, werk en inkomen.  Mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking moeten volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Integraal gehandicaptenbeleid dat gericht is op levenslang en levensbreed leven met een beperking. Het liefst één bewindspersoon coördineert alle onderdelen, zoals wonen, werk en inkomen, vervoer, toegang tot gebouwen, zorg en ondersteuning.   Wanneer mensen een ziekte of beperking hebben, moet dit zoveel mogelijk worden gecompenseerd zodat iedereen in de samenleving mee kan doen. Meer algemene regels in plaats van vele gedetailleerde vergunningen. Eén loket voor burgers.   nnb  nnb  nnb 
Eigen Regie / Persoonsgebonden budgt (pgb)  Persoonsvolgende financiering van de langdurige zorg. Het pgb blijft bestaan als trekkingsrecht in de AWBZ. Mensen met beperkingen en ouderen hebben in de toekomst behoefte aan meer keuzemogelijkheden om in het dagelijks leven te kunnen participeren. Er zijn nieuwe vormen van persoonlijke dienstverlening en eenvoudige zorgverlening nodig. Het pgb blijft bestaan als trekkingsrecht in de AWBZ. Dit geldt voor mensen met een indicatie voor intramurale zorg. Voor extramurale zorg geldt ook dat gemeenten de vrijheid moeten geven voor de keuze van een pgb. Mensen kunnen individueel hun zorgverleners kiezen. Dit bevordert de participatie in maatschappij, onderwijs en arbeid bevorderd. Het maakt de weg vrij voor klein-schalige vraag-gestuurde zorginitiatieven.   Keuzevrijheid en regie bij mensen zelf, zijn uitgangspunten. Het is hoog tijd dat we zorg om mensen heen organiseren in plaats van om organisaties en instituties. Als het kan, wordt er een beroep gedaan op zelfredzaamheid. Door nieuwe technieken als e-health kunnen mensen meer zelf en thuis doen, en meer regie op de zorg en hun leven houden. Wettelijk recht op pgb. Het is bedoeld voor mensen die complexe en langdurige zorg zelf willen organiseren.   Het pgb blijft bestaan.  Mensen krijgen meer zeggenschap over hun zorg en zorgverleners. De zeggenschap over belangrijke medische keuzes ligt bij de patiënt, die samen met de arts een afweging maakt. Zelfbeschikking staat centraal. Het pgb wordt toekomstbestendig gemaakt. Het pgb is ook beschikbaar voor mensen met alleen begeleiding.   Ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking krijgen maximale zeggenschap (eigen regie) over hun eigen leven. Pgb voor de mensen die dat willen.   Zorg voor mensen met een beperking gaat volledig uit van de eigen regie en de eigen wensen van de mensen die zorg nodig hebben. Mensen die het nodig hebben, kunnen een pgb krijgen. Maar eerst wordt bekeken of het reguliere zorgaanbod mensen goed kan helpen. Om de kwaliteit te garanderen en fraude te voorkomen, moeten aanbieders van pgb-zorg ook zorg in natura leveren.   Eigen regie en eigen inbreng: mensen krijgen meer keuzevrijheid in de zorg die ze nodig hebben. Het pgb wordt een wettelijk recht.  Keuzevrijheid is belangrijk: mensen kunnen zorg kiezen die past bij hun omstandigheden en levensovertuiging. Het pgb blijft bestaan.  nnb  Het pgb blijft bestaan voor wie het nodig heeft. Het pgb is een effectieve manier om invulling te geven aan de persoonlijke zorgbehoefte.  
Stapeling/Cumulatie Eigen bijdrage/ Eigen risico  Wonen en verblijf betalen mensen zelf, ook als ze zorg nodig hebben. Voor huisartsen-bezoek geldt geen eigen bijdrage. Kwetsbare groepen zoals mensen met een beperking en chronisch zieken worden bij het betalen van eigen bijdragen zoveel mogelijk ontzien. Als er sprake is van eigen bijdragen, dan wordt rekening gehouden met de draagkracht. De draagkracht voor huidige en toekomstige generaties wordt in het oog gehouden.   Dure zorg moet toegankelijk blijven voor iedereen die het nodig heeft. Om verhogingen van de premies te beperken, gelden voor iedereen meer eigen betalingen. Het eigen risico is het maximum bedrag dat mensen extra betalen als ze gebruik maken van zorg. Daarboven betaalt de samenleving. Ook de huisarts valt onder het eigen risico. De aparte eigen bijdragen voor de ggz en voor de ligdagen in het ziekenhuis vervallen. De WTCG (Wet tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten) wordt afgeschaft. Chronisch zieken en gehandicapten krijgen gerichte financiële ondersteuning.   Inkomensafhankelijke eigen bijdragen en eigen risico in plaats van een eigen risico van 350 euro voor iedereen. Rekening houden met meerkosten die mensen met een beperking hebben en de cumulatie van verschillende eigen bijdragen WMO en AWBZ. Geen eigen bijdrage of eigen risico voor huisartsenbezoek. Geen eigen bijdrage bij ziekenhuisopname (nu 8 euro per dag). Geen eigen bijdrage tweede-lijns ggz voor mensen die door financiële drempels zorg zouden mijden. Vermogens-inkomensbijtelling. voor langdurige zorg in een instelling. Eigen huis telt hierbij niet mee voor het vermogen. Spaargelden van bijvoorbeeld thuiswonende minderjarige kinderen evenmin. Drie inkomens-regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten worden geïntegreerd, waarbij specifiek het budget voor de huidige Wet Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten gekort wordt met 50%. De gemeenten worden belast met de uitvoering.   Door eigen bijdragen zijn mensen zich beter bewust van de kosten van zorg. Verhogen van het eigen risico (com-pensatie voor lage inkomens), leidt tot meer eigen verantwoordelijkheid en inzicht in keuzemogelijkheden. Ziekenhuizen en huisartsen rekenen een ‘wegblijftarief’ wanneer patiënten niet naar hun afspraak komen.   Versterking van de solidariteit tussen jong en oud, man en vrouw, gezond en ziek, en rijk en arm. Toegang tot geestelijke zorg of maatschappelijke opvang niet belemmeren door bijvoorbeeld eigen bijdragen of eis tot regiobinding.   Het eigen risico in de zorg niet verhogen, maar juist fors verlagen. Zo snel als het financieel mogelijk is wordt het eigen risico afgeschaft. Niet de dikte van de portemonnee, maar de noodzaak van zorg moet beslissend zijn. Er geldt geen eigen bijdrage in de Jeugdzorg. Mensen die in een zorginstelling wonen, krijgen een ruimere zak- en kleedgeldregeling.   Wel eigen bijdragen, geen stapeling. Inkomensafhankelijke bijdragen worden bij elkaar opgeteld. Er wordt een maximum bedrag gesteld aan het totaal van de eigen bijdragen (anti cumulatie-beding). Er komen eigen bijdragen voor verblijf in het ziekenhuis, bezoek aan EHBO zonder medisch noodzaak, hulpmiddelen en woningaanpassingen die horen bij het ouder worden.   Chronisch zieken en gehandicapten mogen geen ‘dubbele korting’ krijgen opgelegd door een opeen-stapeling van bezuinigingen. Voor iedereen moet de toegang tot zorg gegarandeerd zijn en laagdrempelig. Geen eigen bijdrage voor huisartsbezoek. Inkomensafhankelijk maximum aan eigen bijdragen in de zorg.   Geen verhoging van het eigen risico.  De premie voor de zorgverzekering en het eigen risico worden inkomensafhankelijk. Geen eigen bijdragen in de zorg. De verhoging van het eigen risico, het uitkleden van het basispakket, en de vrije tarieven voor tandheelkundige zorg worden teruggedraaid.  
Verbeteren (rechts)positie / medezeggenschap patiënten-verenigingen  nnb  nnb  Versterking van de medezeggenschap voor patiënten/ cliënten. Burgers en professionals krijgen de ruimte om oplossingen te bedenken. Instellen van een ombudsman voor de zorg, zodat patiënten/cliënten sneller gehoor vinden als het misgaat in de zorg.   Meer krachtenbundeling binnen de patiëntenbeweging. De patiëntenbeweging wordt betaald uit de zorgpremies. Afschaffen subsidie MEE.  Versterking van de zeggenschap van burgers in zorg- en onderwijsinstellingen en woningcorporaties. Bijvoorbeeld door de bevoegdheden en rechten van cliënten- en bewonersraden uit te breiden.   De patiënten-beweging geeft een stem aan mensen met een beperking en/of (chronische) ziekte. Er is een duurzame financiering nodig die recht doet aan de verscheidenheid van de patiënten-verenigingen.   Wettelijke verankering en adequate financiering van patiënten- en gehandicaptenorganisaties. Afschaffen subsidie MEE.  Gemeenten worden gestimuleerd om zo veel mogelijk gebruik te maken van de kennis en ervaring van patiënten- en cliëntenverenigin-gen, mantelzorg-steunpunten en koepelorganisaties.   nnb  nnb 
 
Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma
Zorg
Algemeen  Meer aandacht voor preventie, het sociaal netwerk (niet professionele zorg) en e-Health. Voor huisartsen en zo mogelijk voor de hele zorg komt de gezondheidswinst en kwaliteit van de zorg centraal te staan. Binnen de hulp-verlening komt meer aandacht voor mensen die kampen met een opeenstapeling van problemen.   De zorg moet betaalbaar blijven. Binnen de eerste-lijnszorg investeren in huisartsen en praktijkondersteuners. Het basispakket wordt kritisch bekeken. Ziekenhuizen moeten zich specialiseren. Bevorderen van orgaandonatie na overlijden. De keuze die iemand maakt, wordt gerespecteerd. Mensen kunnen de keuze aan hun nabestaanden overlaten. Harder optreden tegen medische missers en een betere rechtsgang voor gedupeerden.   Voor elke regio is er – op basis van zorgbehoefte – een optimale indeling en spreiding van eerste- en tweede lijnszorg. Stopzetten van de marktwerking in de zorg. Invoeren basiszorg: basisaanbod zorgvoorzieningen per regio. Zorginstellingen en -professionals voeren dit in samenwerking met burgers uit. De overheid is toezichthouder. Meer aandacht voor chronische ziekten. Nationaal actieprogramma chronische ziekten: versterken preventie, integrale zorg en wetenschappelijk onderzoek. Inzetten voor positie van streekziekenhuizen.   De wijkverpleegkundige is het centrale aanspreekpunt voor patiënten. Basiszorg is dichtbij georganiseerd. Nieuwe zorgvormen tussen de eerste- en tweedelijnszorg voorkomen duur en onnodig ziekenhuisbezoek: anderhalvelijns-zorg biedt specialistische zorg dichter in de buurt. Bijvoorbeeld behandelcentra van chronisch zieken, consultatiebureaus, servicepunten voor vragen over welzijn, wonen en ouder worden. Innovatie in eerste lijnszorg, zoals: toetreding nieuwe aanbieders; gelijke tarieven ongeacht de aanbieder; integrale zorgproducten. Binnen zorgnetwerken bepalen professionals samen wie welke zorg krijgt en hoe deze zo goedkoop mogelijk kan worden gegeven. Ouderenzorg: verschuiving van individuele voorzieningen naar eigen kracht: vrijwilligers in combinatie met collectieve voorzieningen. In combinatie met betere afstemming tussen zorg, welzijn en vraag, ontstaan betere en betaalbare voorzieningen. Met mantelzorg en vrijwilligerswerk investeren in sociale cohesie en kostenbesparingen in de zorg. Stimuleringsmaatregelen zijn nodig om de werkdruk op mantelzorgers en vrijwilligers te verlichten. Alle zwangeren krijgen zinvolle prenatale screening aangeboden én vergoed: structureel echoscopisch onderzoek (SEO) na 20 weken; uitbreiding van de screening naar specifieke aangeboren afwijkingen.   Investeren in de zorg dichtbij. Korten op de salarissen van specialisten. Actief donorregistratiesysteem.   Betere afstemming tussen eerste- en tweedelijnszorg. Actief donorregistratie-systeem.  Er is meer aandacht voor preventie. Niet de markt maar de zorg staat centraal: niet het volume (aantal verrichtingen), maar de functiegerichte aanspraken bepalen de financiering. Gebruikelijke zorg wordt dichtbij geleverd. Mantelzorgers en familieleden krijgen een belangrijker rol in de hulpverlening. Toegang tot informatie, ondersteuning en respijtzorg voor mantelzorgers wordt geborgd. Meer aandacht voor de zorg aan het eind van het leven.   Meer aandacht voor preventie en een gezonde leefstijl. Efficiënte(re) organisatie van de gezondheidszorg. Beëindiging van een zwangerschap vanwege een gevreesde handicap is selectie van ongeboren kinderen en daarom ontoelaatbare discriminatie van gehandicapt leven. Omdat de twintig wekenecho en prenataal onderzoek vaak blijken te leiden tot een abortus als er kans is op een gehandicapt leven, moet met dit onderzoek zeer terughoudend omgegaan worden. Het leven is niet maakbaar en de onderzoeken leveren geen volledig beeld op. Zolang abortus is toegestaan, mag het onderzoek pas na afloop van de abortustermijn plaatsvinden. Prenataal onderzoek is alleen te verantwoorden wanneer er werkelijk behandelmoge-lijkheden voor het ongeboren kind zijn. Er moet daarom duidelijk voorlichtingsmateriaal meegegeven worden waarin objectieve en volledige informa-tie gegeven wordt over de waarde van gehandicapt leven. Verbod op euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging van gehandicapte pasgeborenen. Verlichting van het lijden is een betere weg.   Agema-gelden (12.000 extra handen aan het bed) blijven intact. Kleinere zorginstellingen. Regelarme of regelvrije zorginstellingen. Langjarige detachering aan banden leggen. Bestuurderstoets. Bijbanen aan banden leggen. Voor aantoonbaar wanbestuur zijn bestuurders hoofdelijk aansprakelijk Het aantal managers met een derde terugdringen Het uitgespaarde geld gaat naar de werkvloer. Het dichterbij de mensen brengen van thuiszorg. Kwalitatief beter en zonder overhead. Meer en betere artsen. Het laten uitvoeren van eenvoudige medische ingrepen door huisartsen. Landelijke programma’s tegen ondervoeding, uitdroging en doorligwonden. One-stop visits in ziekenhuizen: één consult voor onderzoek, diagnose en advies. Hierdoor hoeven mensen minder vaak terug te komen.  De overheid stimuleert een gezonde leefwijze en zet zich in voor een gezonde leefomgeving. Vergoedingen voor preventie – zoals de diëtist en hulp bij stoppen met roken – blijven in het basispakket. Burgers krijgen eerlijke voorlichting over een gezond leefpatroon. Reclameverbod voor alcoholische dranken op alle zenders. Leeftijdsgrens van 18 jaar voor het gebruik van alcohol om schadelijk alcoholgebruik onder jongeren aan te pakken. Reclameverbod voor snoep en fastfood die gericht is op kinderen onder 12 jaar. Schoolkantines worden gezond: geen fastfood, snoepautomaten of energiedrankjes. In ziekenhuizen en verpleeghuizen wordt geïnvesteerd in smakelijke, gezonde en biologische voeding. 
Ziektekosten /financiering Zorgverzekering  Eén kaderstellend budget voor de eerste- en tweedelijnszorg. Alleen noodzakelijke zorg is verzekerd. Verzekeraars die voldoende gecontracteerde zorg bieden, hoeven geen zorg meer te vergoeden die door een niet-gecontracteerde zorgaanbieder is geleverd (als het gaat om een Zorg- in-Natura-polis). Zorgverzekeraars zijn de regisseurs van verdergaande spreiding en concentratie van zorg.  De zorgtoeslag richt zich op mensen die het echt nodig hebben om deze te krijgen. De zorg dichtbij huis organiseren, wordt fors en versneld doorgezet. Zorg in buurten en dorpen moet betaalbaar en goed zijn. Zorg die de afgelopen jaren is verplaatst naar het ziekenhuis, de chronische zorg en veel geestelijke gezondheidszorg komen terug in de buurt. Er komen minder bedden in instellingen. Alleen als het niet anders kan, zoals bij complexe ingrepen, wordt de behandeling ‘verder weg’ verricht. Deze complexe zorg wordt geconcentreerd. De arts en zijn team die regelmatig een bepaalde moeilijke medische handeling verrichten, hebben meer kennis en routine, en maken minder fouten. Bovendien is het verkwisting om in alle ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra dure apparatuur te hebben die te weinig wordt gebruikt. Opheffen zorgkantoren. Waar mogelijk voeren zorgverzekeraars de AWBZ uit voor hun eigen verzekerden. Een glasheldere AWBZ-polis (zodat je weet waar je aan toe bent) in combinatie met de mogelijkheid om van verzekeraar te wisselen, zal een impuls aan de kwaliteit van de zorg geven.   Eigen bijdrage van 8 euro per dag bij ziekenhuisopname komt te vervallen. Inkomensafhankelijke zorgpremie voor basispakket. Zorgtoeslag is daardoor overbodig. Vaststelling van het zorgbudget per regio. Zorgverzekeraars krijgen een uitvoerende taak.   Experimenteren met: -Zorgfinanciering: de gezondheid van de patiënt staat centraal en vormt de basis van beloning voor samenwerkende zorgverleners in een buurt of regio. -Zorgbudgetten: budget per inwoner van een regio, waarover een regionale zorgverlener of een zorgverzekeraar de regie voert.   Verlaging van de nominale zorgpremie. De financiering is meer inkomensafhankelijk evenals het eigen risico. Zorgtoeslag is hierdoor overbodig. Zorgverzekeraars zonder winstoogmerk krijgen een centrale rol in de uitvoering van de basisverzekering. In het bestuur van deze organisaties krijgen cliënten een zwaarwegende stem. Langdurige zorg (AWBZ) wordt zoveel mogelijk overgeheveld naar de publieke basis-verzekering of naar de gemeenten. Zorgverzekeraars zijn verplicht met gemeenten samen te werken aan zorgvoorzieningen waardoor mensen langer thuis kunnen wonen.   Zorg wordt via regionale zorgbudgetten gefinancierd. De zorgpremie wordt volledig inkomensafhankelijk. Zorgtoeslag is hierdoor overbodig. Zorgverzekeraars worden publiekrechtelijk en gaan regionaal werken. Regionaal is één zorgverzekeraar hoofdverantwoordelijk voor voldoende zorg.   Specialisten werken in loondienst. Aanvullende verzekeringen zijn los verkrijgbaar. Een zorgspaarloon-regeling voor de kosten van voorzieningen die horen bij het ouder worden.   Mantelzorgers krijgen een fiscale aftrekpost. Financiële prikkels moeten onnodige zorgconsumptie tegengaan. Invoering van een periodieke preven-tieve medicijnscan voor mensen met een hoog medicijngebruik. Dit levert gezondheidswinst en kostenbesparingen op. Verspilling in de zorg tegengaan.   Geen extra zorggeld voor allochtone buurten.  nnb 
AWBZ en WMO – langdurige zorg  De AWBZ verzekert langdurige verzorging en verpleging op medische indicatie. Alle niet zorg-elementen, zoals wonen en verblijf en (maatschap-pelijke) begeleiding gaan uit de AWBZ. Een uitzondering wordt gemaakt voor begeleiding die onlosmakelijk is verbonden met 24-uurs zorg. De decentralisatie van de AWBZ-begeleiding en die van de jeugdzorg naar de gemeenten worden uitgevoerd. Gemeenten ont-vangen voldoende middelen van het Rijk om de taak uit te voeren.   Verzekerbare zorg die nu in de AWBZ zit, gaat naar de zorgverzekering. Lichtere functies zoals begeleiding en persoonlijke verzorging vallen onder de WMO (verantwoordelijkheid gemeenten). Het gaat om ondersteuning om volwaardig mee te doen in de samenleving. Door koppeling van taken die bij elkaar horen, krijgen mensen maatwerk. Het compensatie-beginsel is een belangrijk uitgangspunt. Scheiden van wonen en zorg: mensen willen zelf bepalen waar ze wonen, ook als ze zorg nodig hebben (voor VG ZZP 1 t/m 3). Bestrijden van overbodige regels. Onafhankelijke cliëntondersteuning in zowel de langdurige zorg als de WMO. Hierdoor kunnen mensen met een licht verstandelijke beperking zo zelfstandig mogelijk wonen. Ook als zij niet kunnen terugvallen op familie en vrienden. Langdurige zorg binnen een instelling wordt bij de VVD een kernvoorziening. Het recht op zorg wordt vervangen door een compensatieplicht, die wordt uitgevoerd door een landelijk zelfstandig bestuursorgaan. De aanspraak op zorg voor mensen met een IQ tussen de 70 en 80 wordt beperkt.   Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de langdurige zorg en ondersteuning. Er komen meer wijkverpleegkundigen. De IQ-maatregel gaat definitief van tafel. Door deze maatregel zouden mensen met een IQ tussen 70 en 85 geen recht meer op ondersteuning hebben. Scheiden van wonen en zorg. Voor langdurige zorg in instellingen komt een vermogens-inkomensbijtelling. Het eigen huis telt hierbij niet mee voor het vermogen.   Terugbrengen van de AWBZ tot de kern. Onderscheid tussen wonen, zorg en service: zorg wordt vergoed, wonen en service betaalt ieder zelf. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van begeleiding, verzorging en verpleging thuis. Voor verpleging en verzorging die niet meer thuis kan plaatsvinden, zijn zorgverzekeraars verantwoordelijk.   Langdurige zorg (AWBZ) wordt zoveel mogelijk overgeheveld naar de publieke basis-verzekering of naar gemeenten. Zorgverzekeraars zijn verplicht samen te werken met gemeenten aan zorgvoorzieningen waardoor mensen langer thuis kunnen wonen.   De AWBZ blijft behouden. De zorgzwaartepakketten (zzp’s) omvormen tot betere betaal-vormen, op basis van zorgvraag, omgevingseisen en personeels-bezetting. Gemeenten krijgen geen extra zorgtaken, maar wel meer invloed op de organisatie van de zorg.  AWBZ blijft bestaan voor mensen die levenslang en levensbreed zorg nodig hebben. Een fors deel van andere AWBZ-voorzieningen gaat over naar de Wmo. Reïntegratie, nazorg en preventie zijn stevig verankerd in de Wmo  Zorg moet zo dicht mogelijk bij de burger zijn georganiseerd. De huisarts en de wijkverpleegkundige krijgen een centrale rol. De gemeente is vanaf 2014 verantwoordelijk voor begeleiding van mensen die thuis wonen, die nodig is om zelfstandig in de samenleving te kunnen functioneren. De eigen mogelijk-heden en beperkingen van mensen vormen het uitgangspunt. Er komt extra geld voor de wijkverpleegkundig nieuwe stijl die landelijke kan opereren en desgewenst alles kan regelen als persoonlijk begeleider van de cliënt, diens familie of mantelzorgers. Voor mantelzorgers die hulp bieden aan mensen die een indicatie hebben voor AWBZ of WMO komt er een korting op de inkomstenbelasting, een mantelzorgkorting en zij kunnen zelf worden ontlast door gebruik te maken van huishoudelijke hulp vanuit de WMO. Cliënten kunnen de eigen bijdrage voor langdurige zorg deels terugverdienen als hun netwerk meer mantelzorg verricht en daarmee de professionele zorg ontlast. Instellingen worden gestimuleerd mantelzorgers en vrijwilligers te betrekken bij de professionele zorg. Mensen die langdurig zorg nodig hebben moeten zo lang mogelijk (zelfstandig) thuis kunnen blijven wonen.  ZZP 1-3 blijven behouden.  nnb 
Dwang  nnb  Dwangmaatregelen in de zorg zijn hooguit een noodgreep, nooit een eindstation.  nnb  nnb  nnb  Vastbinden, isoleren of drogeren van mensen in een zorgsituatie is verboden. Voor gedwongen zorg geldt een meldingsplicht. Gedwongen zorg wordt altijd getoetst door een onafhankelijke commissie en is altijd van korte duur. Hier ziet de Inspectie voor de Gezondheidszorg scherp op toe.   nnb  nnb  nnb  nnb 
 
Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma
Arbeid en Inkomen
Compensatiebeginsel  Sociaal akkoord met werkgevers en vakbonden over meer stage- en arbeidsplaatsen voor mensen met een beperking.  Ouders met een thuiswonend gehandicapt kind krijgen een extra tegemoetkoming.  Een reguliere werknemer kost een werkgever evenveel als een werknemer met een arbeidshandicap die minder productief is en extra begeleiding nodig heeft. Het verschil in productiviteit en begeleiding krijgt de werkgever vergoed. Papierwerk wordt de werkgever uit handen genomen.   nnb  Iedere leerling in het beroepsonder- wijs heeft recht op een stage- of leerwerkplek. Scholen zijn wettelijk verplicht om een stage- of leerwerkplek te regelen voor jongeren die dat buiten hun schuld zelf niet is gelukt. Scholen mogen geen enkele leerling van school laten gaan wegens het ontbreken van een stage- of leerwerkplek.   Jonggehandicapten krijgen voldoende begeleiding en ondersteuning bij het vinden van een baan. Voor een goede overgang van het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs naar de arbeidsmarkt zijn stagebegeleiders en jobcoaches nodig. Sociaal ondernemerschap wordt gestimuleerd: werkgevers die mensen met een beperking in dienst nemen, krijgen loonkostensubsidie en andere voorzieningen.   Ook jongeren die geen uitkering hebben, krijgen ondersteuning bij het vinden van werk.   Loonkosten-subsidie voor werknemers met een arbeidshandicap. Bonus voor werkgevers die arbeidsgehan-dicapten en oudere werknemers in vaste dienst nemen.   nnb  nnb 
Werk en inkomen  nnb  nnb  Het wettelijk minimumloon geldt ook voor werknemers met een arbeidshandicap. De combinatie van loonkostensubsidie, scholing en begeleiding moet mensen met een arbeidshandicap helpen om werk te vinden op de reguliere arbeidsmarkt. Mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn, hebben recht op een materieel fatsoenlijk leven en mogen niet onder bijstandsniveau terugvallen. Voor hen geldt geen sollicitatieplicht, verplichting tot tegenprestaties, strafkortingen enz.   nnb  Er komen verplichte quota voor het aantal mensen met een arbeidshandicap dat werkgevers in dienst moeten hebben (uitgezonderd kleine bedrijven/ organisaties). Het moet meer gestimuleerd worden om mensen met een arbeidshandicap in dienst te nemen. De bekendheid van bestaande regelingen met dit doel wordt vergroot.  Wie naar vermogen werkt, krijgt in ieder geval het wettelijke minimumloon. Zo nodig met loonkostensubsidie De huishoudtoets in de bijstand wordt geschrapt.   Voor mensen met een arbeidsbeperking geldt een loonkostensubsidie tot minimaal het wettelijk minimumloon. Pensioenopbouw is (beperkt) mogelijk. Werkgevers krijgen een duurzaamheids-bonus als zij mensen met een beperking in dienst nemen. De overheid geeft het goede voorbeeld: bij aanbestedingstrajectkunnen zij voorwaarden stellen over het aantal werknemers met een arbeidshandicap. Sociaal verantwoord ondernemen moet lonen.   nnb  nnb  Er komt geen inkomenstoets per huishouden; de bijstandsuitkering blijft gebaseerd op het individu. De Wajong en de WSW blijven een vangnet voor mensen met een beperking. Zij krijgen kansen op een nuttige dagbesteding met doorgroeimogelijkheden naar een betaalde baan. De regeling voor sociale werkplaatsen blijft behouden en wordt zodanig ingezet dat mensen dichtbij huis betekenisvol werk doen, op hun eigen niveau, met voldoende begeleiding en voor een fatsoenlijk loon. 
Wet werken naar vermogen (Wwnv)  Voortbouwen op de gedachte van de WWNV: ook wie niet het minimumloon kan verdienen, hoort niet om die reden aan de kant te staan. Loondispensatie is toegestaan. De Wajong, WWB en WSW zijn opgenomen in de nieuwe regeling. Wie nu werkt in WSW of Wajong behoudt bestaande rechten en plichten.   Participatiewet: samenvoeging van de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet werk en arbeidsonder-steuning jong-gehandicapten (Wet Wajong) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Het aantal re-integratierege-lingen wordt fors beperkt. Uitvoering is in handen van de gemeenten. Gemeenten krijgen de vrijheid om de budgetten voor sociale voor-zieningen (WSW, WMO, jeugdzorg) optimaal te be-nutten. Mensen die nu te snel worden afgeschreven, kunnen op die manier een baan krijgen. Teveel mensen zijn afgelopen jaren in de Wajong beland. De kans is nu groot dat zij altijd een uitkering houden. Deze groep krijgt daarom periodiek een herkeuring. Met het doel om (weer) aan het werk te gaan. Mensen waarvan duidelijk is dat zij nooit een baan kunnen hebben, zijn hier-van uitgezonderd. Alleen volledig en duurzaam arbeids-ongeschikte mensen krijgen nog toegang tot de Wajong. Alle mensen die nu in de Wsw zitten krijgen een her-keuring. Dit voorkomt dat mensen onnodig in de Wsw zitten en zo kunnen wacht-lijsten worden weggewerkt. Arbeidsgehandicapten krijgen meer kans op werk door de mogelijkheden van No-Risk polissen voor ondernemers te verruimen en door te investeren in job coaches voor begeleiding op de werkvloer. No-Risk polissen maken het ook aantrekkelijker om oudere (langdurig) werkzoekenden in dienst te nemen. Re-integratie-trajecten alleen inzetten voor bijzondere doelgroepen (zoals arbeidsgehandicapten). Gemeenten kunnen dan met minder geld toe. Het UWV verstrekt uitkeringen en voert keuringen uit. Het heeft geen re-integratietaken.   Grote en middelgrote bedrijven én de overheid als werkgever zijn wettelijk verplicht om 5 % arbeids-gehandicapten en (oud) langdurig werklozen in dienst te nemen. Bedrijven die daaronder zitten, krijgen een boete. De overheid werkt alleen met bedrijven die aan dit quotum voldoen.  Eén nieuwe wet voor de huidige sociale zekerheidsregelingen Wajong en WSW. Gemeenten voeren de nieuwe wet uit. Zij hebben voldoende middelen nodig voor begeleiding naar werk. Zoveel mogelijk mensen gaan bij reguliere werkgevers werken. Zo kunnen mensen meedoen én wordt de instroom in uitkeringen en sociale werkplaatsen beperkt. De arbeidsmogelijkheden van mensen die in de oude regelingen zitten, worden opnieuw bekeken. Ook mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn, moeten zoveel mogelijk aan het werk blijven. Werkgevers worden gestimuleerd en ondersteund om mensen in dienst te nemen. Indien nodig komen er dwingende maatregelen.   Er komt een Wet werk en zekerheid (WWZ). De WWZ bundelt de huidige Wet werk en bijstand (WWB), Wet investeren jongeren (WIJ), Wajong en delen van de Wet sociale werkvoor-ziening (WSW). Participatie staat centraal in de WWZ. Kern van de WWZ is dat iedereen die langer dan een jaar werkloos is en geen recht meer heeft op WW aan het werk wordt geholpen of een leerwerkaanbod krijgt. Verplichte quota voor het aantal mensen met een arbeidshandicap dat werkgevers in dienst moeten hebben (uitgezonderd kleine bedrijven/organisaties). Stimuleringsmaatregelen om mensen met een arbeidshandicap in dienst te nemen. Meer bekendheid geven aan bestaande regelingen met dit doel.   Iedereen die werkt heeft het recht op een eerlijk loon, dat niet onder het wettelijk minimum ligt. Sociale werkplaatsen blijven beschut werk bieden voor mensen met een beperking. Ze bieden zinvol werk. Goede begeleiding en aanpassing van het werk aan de beperking krijgen prioriteit. Waar mogelijk en wenselijk wordt de uitstroom naar regulier werk bevorderd. Gemeenten nemen de re-integratie in eigen beheer. Voor speciale begeleiding kunnen zij diensten van gespecialiseerde bedrijven inschakelen. Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om leer- werk-bedrijven op te richten. Mensen die niet direct op eigen kracht een reguliere baan vinden, kunnen hier aan de slag. Gemeenten kunnen bij aanbestedingen voorwaarden stellen voor banen voor werkzoekenden. Jonggehandicapten krijgen goede begeleiding en ondersteuning bij het vinden van een baan. Stagebegeleiding en jobcoaches worden ingezet voor een goede overgang van het praktijk-onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs naar de arbeidsmarkt. Sociaal ondernemerschap stimuleren. Werkgevers die mensen met een beperking in dienst nemen, kunnen gebruik maken van loonkostensubsidie en andere voorzieningen.  Wie kan werken, krijgt kansen, De WWNV kán helpen, maar niet als het aantal beschermde plaatsen teveel wordt beperkt en er te weinig geld onder ander voor begeleiding beschikbaar is. De overheid moet bedrijven simuleren om mensen kansen te geven.   Gemeenten worden verantwoordelijk voor Wajongers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Werkgevers die een Wajongere in dienst nemen, krijgen loonkostensubsidie. De Wajonger krijgt één loonstrook van zijn werkgever. Beschut werk blijft bestaan. De nieuwe instroom voor beschut werk, werkt via een voorziening die door de gemeente wordt aangeboden. De mogelijkheden om mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie een proefplaatsing aan te bieden worden verruimd. De regels voor het toekennen van budgetten voor jobcoaching worden versoepeld om te garanderen dat dit beschikbaar is voor iedereen die dit echt nodig heeft. Ook voor kleine werkgevers wordt het eenvoudiger en aantrekkelijker om mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie in dienst te nemen en te houden. Voor hen wordt het systeem van premiekortingen vervangen voor een bonusstelsel. Om bedrijven te stimuleren mensen langer en duurzaam aan het werk houden wordt de bonus of premiekorting uitgesmeerd over meerdere termijnen. Ook wordt de bonus hoger naarmate de werknemer langer in dienst is. De administratieve lasten worden beperkt tot een minimum. Werkgevers worden waar mogelijk persoonlijk benaderd om helderheid te verschaffen over de regelgeving.  De Wet werken naar vermogen wordt niet ingevoerd. Alle bezuinigingen op de sociale werkplaatsen worden teruggedraaid. Afschaffen UWV. De arbeidsmarkt-taken gaan naar de gemeenten. Korten op ineffectieve re-integratie subsidies, behoudens die voor de WSW-ers. De Wajong blijft toegankelijk voor volledig duurzaam arbeidsongeschikten.  nnb 
 
Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma
Onderwijs
Positie Ouders  Betrokkenheid van ouders bij het onderwijs is essentieel om het beste uit hun kind te halen. Scholen krijgen de mogelijkheid om in ouderovereenkomsten afspraken te maken over verwachtingen en omgangsvormen.   Ouders moeten bij de voorschool van hun kinderen nadrukkelijk en niet-vrijblijvend worden betrokken.   Leraren, leerlingen en hun ouders/verzorgers krijgen meer zeggenschap over hun school. Ook moeten zij in de toekomst nadrukkelijk goedkeuring geven als het schoolbestuur een fusie voorbereidt.   Ouders worden betrokken bij het onderwijs van hun kinderen. De school mag deze betrokkenheid van ouders bij school en leren ook verwachten. Verbetering van de ondersteuning bij de medezeggen-schapsraden. In het openbaar onderwijs moet het oprichten van een vereniging mogelijk zijn, zodat scholen ouders meer kunnen betrekken (initiatiefwet D66 is al ingediend). Kinderen krijgen naast de leerplicht ook het leerrecht .   Ouders krijgen meer zeggenschap over het beleid van scholen. Bijvoorbeeld door de positie van medezeggenschapsraden te versterken.  nnb  De invloed van ouders op de school moet worden vergroot.  nnb  nnb  Leraren, leerlingen en ouders krijgen meer zeggenschap over hun school. 
Keuzevrijheid en instemmingsrecht  Keuzevrijheid van onderwijs voor ouders is een principieel recht.  nnb  Scholen in een regio zijn samen verantwoordelijk voor de zorg voor alle leerlingen. Extra geld voor begeleiding en zorg moet ook daaraan worden besteed. Ouders en leraren zijn vanaf het eerste moment betrokken bij de opzet van de zorg.   nnb  Reguliere scholen bieden zoveel mogelijk passend onderwijs aan iedereen, ongeacht functiebeperkingen. Scholen en leraren krijgen ondersteuning om alle leerlingen goed onderwijs te geven.   Alle leerlingen krijgen een acceptatierecht, mits de ouders de grondslag van de school respecteren. Alle scholen hebben een acceptatieplicht.   Ouders krijgen instemmingsrecht in geval van doorverwijzing van hun kind naar passend onderwijs.  nnb  nnb  nnb 
Passend onderwijs  nnb  Bij jongeren met een beperking wordt vooral gekeken naar wat zij wél kunnen. Een kind met ADHD moet - met iets meer aandacht - ook goed onderwijs krijgen. Reguliere scholen vangen leerlingen op die onnodig in het speciaal onderwijs terecht zijn gekomen. Jongeren uit het speciaal onderwijs krijgen extra aandacht om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten en hun zelfredzaamheid te ontwikkelen. De ingezette hervormingen van het speciaal onderwijs worden voortgezet.   Geen bezuiniging op passend onderwijs en het speciaal onderwijs. Invoering van algemene toegankelijkheid voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. Schoolgebouwen worden toegankelijk gemaakt voor leerlingen met fysieke beperking. Alle scholen in een regio zijn samen verantwoordelijk voor de zorg van alle leerlingen. Geen extra bestuurslast binnen een regio. Extra geld voor begeleiding en zorg mag alleen daaraan worden besteed. De onderwijsregio moet zo mogelijk samenvallen met RCM-regio (meldpunt schooluitval) arbeidsmarktregio en zorgregio.   Geen bezuiniging op passend onderwijs. De noodzakelijke expertise voor speciaal onderwijs moet blijven bestaan: soms is een speciale leeromgeving nodig om het maximale uit talenten van mensen te halen; op VMBO en MBO, maar ook op HAVO en VWO. D66 wil de tijdspaden van de stelselwijziging Passend Onderwijs en decentralisatie Jeugdzorg zoveel mogelijk op elkaar afstemmen en zo kwaliteit, maatwerk en samenwerking tussen gemeenten en schoolbesturen stimuleren.   Geen bezuiniging op passend onderwijs. Kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs staan voorop. Onderwijskwaliteit hangt vooral af van de inzet en vaardigheden van docenten en de aandacht die zij aan leerlingen kunnen geven. In het Lenteakkoord is 75 miljoen euro gereserveerd voor het verbeteren van de kwaliteit van leraren en schoolleiders. Door kleinere klassen, minder management, duidelijkere eisen en hogere beloningen krijgen leraren de kans om hun werk goed te doen.   Geen bezuinigingen op passend onderwijs. Voor leerlingen met een stoornis of beperking moet speciaal onderwijs beschikbaar te zijn. Geld voor zorgleerlingen wordt besteed aan zorg en begeleiding, niet aan andere zaken. Iedereen onder de 27 jaar leert of werkt. Zonder startkwalificatie hoort niemand het onderwijs te verlaten. Voor jongeren die vanwege hun beperkingen geen startkwalificatie kunnen halen, komen er mogelijkheden om een op hun talenten gerichte opleiding, werk of dagbesteding te volgen.  Geen bezuiniging op passend onderwijs. Voldoende tijd voor een zorgvuldige invoering van passend onderwijs. Het zorgprofiel van scholen moet aansluiten op de wensen van leraren en ouders. Schoolbesturen hebben de verantwoordelijkheid dat iedere zorgleerling met passende begeleiding, expertise en voorzieningen kan meedraaien in het onderwijs. Voortijdig schoolverlaten wordt bestreden. Aangepaste examennormen voor dyslexie en rekenblindheid.   De overheid draagt er zorg voor dat de positie van kleine en bijzondere scholen in de samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs niet onder druk komt te staan. De overheid bewaakt de kwaliteit van het onderwijs, zonder zich in detail te bemoeien met de inhoud ervan. Er komt meer geld voor bijscholing van personeel en nieuwe docenten met vakkennis.  Geen bezuiniging op passend onderwijs.  Op passend onderwijs wordt niet bezuinigd, zodat kinderen die extra aandacht en begeleiding nodig hebben dat ook krijgen. Programma’s en speciaal onderwijs voor hoogbegaafde kinderen wordt ondersteund.  
 
Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma

Verkiezingsprogramma
Vervoer / Toegankelijkheid
Toegankelijk openbaar vervoer  nnb  Alle treinen, bussen, trams en stations moeten toegankelijk worden gemaakt voor mensen met een beperking. Deze eisen moeten in de aanbesteding zijn opgenomen. Bij nieuwe projecten moet aandacht zijn voor overstapmogelijkheden tussen verschillende vormen van vervoer.   Het gehele openbaar vervoer moet goed toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Reisinformatie moet tijdig beschikbaar zijn.   nnb  Openbaar vervoer wordt beter toegankelijk voor ouderen, gehandicapten en mensen met kinderen.  Voor mensen met een handicap moet het openbaar vervoer beter toegankelijk zijn, zodat zij er zelfstandig gebruik van kunnen maken. Openbaar vervoerbedrijven geven gratis goede en actuele reisinformatie. De OV-Chipkaart wordt gebruiksvriendelijker. De taken van TLS (bedrijf achter de OV-Chipkaart) worden bij het ministerie ondergebracht. Zolang het openbaar vervoer niet toegankelijk is voor mensen met een beperking blijft Valys (boven-regionaal vervoer) bestaan. Verbeterde en wettelijke kwaliteitseisen voor gehandicaptenvervoer. Lagere overheden kunnen het vervoer, onderbrengen in een nutsbedrijf.   Een adequate vergoeding voor zittend vervoer.   Openbare gebouwen en het openbaar vervoer moeten goed toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Het vervoer van deur tot deur wordt voor mensen met een handicap verbeterd.   nnb  nnb 
Eigen vervoer  nnb  nnb  Er is een initiatief-wetsvoorstel ingediend voor één landelijke regeling voor parkeren door gehandicapten, inclusief gratis parkeren langs de openbare weg. Dit bevordert de mobiliteit en participatie.   nnb  nnb  Mensen met een beperking kunnen in heel Nederland gratis parkeren.   nnb  nnb  nnb  nnb 
Bouwbesluit en omgevingswet  Eén omgevingswet in plaats van vijftien wetten en tientallen onderdelen van andere wetten.  Het bestaande omgevingsrecht terugbrengen tot één basiswet. Deze Omgevingswet vervangt bestaande wetten, waaronder de Crisis- en Herstelwet, de waterwet en de wet Ruimtelijke Ordening.  Alle overheidsgebouwen en gebouwen met een publieke functie moeten volledig toegankelijk zijn.   D66 wil het levensloopbestendig bouwen een plaats geven in het Bouwbesluit, zodat er meer woningen komen die geschikt blijven voor zoveel mogelijk fasen van het leven.   nnb  De toegankelijkheid van de openbare ruimte en van gebouwen moet verbeteren.  nnb  nnb  nnb  nnb 
Wonen  nnb  Allereerst zetten we door met het scheiden van wonen en zorg (voor VG ZZP 1 t/m 3). Voor de VVD zijn de kosten voor wonen een eigen financiële verantwoordelijkheid. Mensen willen zelf bepalen waar ze wonen. Dat moeten ze ook kunnen doen als ze zorg nodig hebben.  Het bouwen van aanpasbare en levensloopbestendige woningen, mede vanwege de vergrijzing en vanwege het belang van kostenbeheersing.   nnb  De overheid bevordert dat nieuwe woningen rekening houden met verschillende levensfasen en makkelijk aanpasbaar zijn voor mensen met een handicap.  Bevordering van de bouw van levensloopbestendige woningen.  Meer woonzorg-complexen en levensloopbestendige woningen.  Wonen en zorg worden gescheiden, ook voor intramurale AWBZ zorg. De eigen bijdrage AWBZ wordt zo beperkt en aan-spraak op huurtoeslag is mogelijk. Er komt meer flexibiliteit in het kiezen van de eigen woonruimte.   nnb  nnb 
Informatie  nnb  nnb  Instellen van een ombudsman voor de zorg, zodat patiënten/ cliënten sneller gehoor vinden als het misgaat in de zorg.  nnb  nnb  Overheidswebsites en -diensten worden beter toegankelijk voor mensen met een beperking.  nnb  nnb  nnb